Verhalen

Op INDedemsvaart schrijven we verhalen met impact. Verhalen waar de Dedemsvaarters zich in herkennen, die inspireren, die betekenis geven en die verbinden. Verhalen, waaruit blijkt dat we omzien naar elkaar, dat we met elkaar een gezonde ambitie hebben, kansen benutten, dat er saamhorigheid en is en waaruit blijkt hoe trots we eigenlijk zijn op ons dorp en alles wat daarmee samenhangt. Waarmee we laten zien dat we als krachtige kern belangrijk zijn voor de groeigemeente Hardenberg en dat Dedemsvaart een van de uithangborden is van de meest toegankelijke gemeente van Nederland. Dat we niet alleen keihard werken om dat vast te houden, maar dat we ons juist extra willen inzetten om dat beeld te verstevigen.

Met INDedemsvaart onderstrepen we de kracht van de Dedemsvaartse samenleving. Als onderdeel van de gemeente Hardenberg en de kracht van gewoon doen en durven doen. 

Dedemsvaartse Marjan Koops verzorgt wildexcursies

‘Dieren zijn puur, de natuur is puur en dat raakt me’

Twee honden, Bodhi en Reza, een kruising labrador golden retrevier en welsspringer spaniel, rennen verwachtingsvol en nieuwsgierig naar het hek om te kijken wie er is gearriveerd. Ze blaffen. Even later steekt de 44-jarige Marjan Koops-Van der Bunt haar hoofd om de deur en maant ze tot rust. Ze opent het hekje, de honden kwispelen, snuffelen nog wat, maar vinden het al gauw goed en gaan verder met hun spel.

Vanuit het raam in haar huis aan de Grutto kijkt de Dedemsvaartse uit op de vijver. Een fijn uitzicht, maar dat zal niet lang meer duren. Ze gaat samen met haar partner Nathanja verhuizen naar de Van Haeringenstraat. ‘Ik ga het hier wel missen hoor. Vooral het Zuiderbos!’

Wildexcursies voor Natuurmonumenten verzorgen

Logisch. Marjan is een vrouw van de natuur. Op social media vertelde ze een tijd geleden, dat ze wildexcursies mocht gaan verzorgen voor Natuurmonumenten. Hoewel het er als gevolg van corona nog niet van is gekomen, staat ze te trappelen om haar opgedane kennis in de praktijk te brengen en misschien nog wel belangrijker, haar enthousiasme over te brengen.

Sinds twee jaar is ze werkzaam als vrijwilligster bij Natuurmonumenten, stuurt ze andere vrijwilligers aan en fungeert ze een keer in de maand op de zaterdag of de zondag als de ogen en oren van de boswachter. Dat varieert van het signaleren van loslopende dieren, mountainbikers die op de paden moeten blijven of dode dieren, die naar hun laatste rustplaats moeten worden gebracht.

‘Sinds corona heb ik nog meer de behoefte om buiten te zijn’

Marjan geniet volop van haar vrijwillige job. ‘Ik zou er mijn baan wel van willen maken’, lacht ze. ‘Sinds corona heb ik nog meer de behoefte om buiten te zijn. De natuur is puur en de dieren zijn puur. Dat raakt me. Ik pas daar heel goed. Soms ben ik vier of vijf uur buiten en kom ik weinig mensen tegen. Dat vind ik heerlijk. Ik ben eenling, maar mensen wegwijs maken in de natuur vind ik heerlijk.’

‘Zelf ben ik een aantal keren mee geweest op wildexcursie. Toen heb ik ondervonden hoe mooi het is om de verbinding te maken met mensen en hen enthousiast te maken voor alles wat leeft in de natuur. Mensen, inclusief ikzelf, komen vol energie en met een glimlach van oor tot oor terug. Het sprak me zo enorm aan, dat ik dacht: ‘Dit wil ik ook. Het lijkt me fantastisch om groepen te begeleiden op zoek naar parels in de natuur.’

‘Je derde oog leren gebruiken, dat is de kunst’

Marjan greep de nieuwe uitdaging met beide handen aan en leerde de kneepjes van het vak. ‘Vooralsnog heb ik het niet echt in de praktijk kunnen brengen. Maar ik heb al wel vrienden meegenomen. Je derde oog leren gebruiken, dat is de kunst. En dat vertel ik dan ook. Laat ik zien. En dat kan alleen door naar buiten te gaan en te ervaren. De blijdschap die mensen ervaren, als ze een bijzonder dier hebben gespot, daar doe ik het voor.’

‘Vorig jaar zag ik zelf een ree met een kleintje. Dan smelt ik. Zo gaaf! Afgelopen voorjaar spotte ik drie zwarte reeën. Gelukkiger kun je me op zo’n moment niet maken. Het zijn de dieren, die je nauwelijks ziet, die me raken, zoals de vos, de das of de kleintjes. Heel bijzonder.’

Ze had nooit kunnen vermoeden, dat ze zoveel van de natuur en alles wat er leeft zou gaan houden. ‘Vroeger was ik echt een groot liefhebber van het uitgaansleven. Maar dat veranderde rond het jaar 2004. Ik kreeg tijdens het voetbal een elleboog in mijn nek en werd op dat moment teruggeworpen naar de basis. Ik kon nauwelijks nog sporten. Heb lange tijd last gehad van zware hoofdpijn en een zere nek. In die tijd ben ik gaan wandelen, fietsen en zwemmen. En vooral ook veel meer de kleine dingen gaan waarderen. Die dingen, die het leven de moeite waard maken. Eigenlijk precies zoals heel veel mensen tijdens corona tot stilstand zijn gebracht en wakker zijn geschud.’

‘De natuur geeft me rust.’

In de loop der jaren ben ik steeds dichter bij mezelf gekomen en heb ik ontdekt wat ik echt leuk vind. De natuur geeft me rust. Natuurlijk vind ik het fijn om af en toe ook onder de mensen te zijn, maar ik heb daarna ook weer die stilte nodig en een bosrijke omgeving.’

Nadat ze 12 jaar met veel plezier door weer en wind, maar wel lekker buiten, de post rondbracht in Dedemsvaart, besloot ze van haar hobby haar werk te maken en solliciteerde ze bij het recreatieschap Drenthe. Daar werd ze aangenomen als medewerker toeristische bewegwijzering binnen het wandel- en fietsnetwerk Drenthe. Op haar lijf geschreven, want daardoor trekt ze bijna dagelijks de natuur in. ‘Eigenlijk is elke dag een feestje. Ik ben heerlijk zelfstandig, ik heb veel vrijheid en ik ben buiten. Wat wil een mens nog meer’, lacht ze, terwijl ze een van de honden achter zijn oren kriebelt. ‘Ik ben, zoals ze dat zeggen, een vrije vogel. Het is juist die vrijheid, waardoor ik me heel verantwoordelijk voel. Ik hoor van collega’s dat ik straal als ik aan het werk ben. Ja, dan weet je dat je op je plek bent.’

Haar grootste wens is boswachter worden

Marjan vindt het fijn om van betekenis te zijn voor de natuur en voor haar medemens. Daarin zoekt ze ook voortdurend nieuwe uitdagingen. Zo was ze in het verleden al actief betrokken bij onder meer Stichting Dedemsvaart Loopt en nam ze het initiatief voor het project AutoMaatje van De Stuw.

Haar grootste wens is om boswachter te worden. Eigenlijk al vanaf dat ze een jaar of 15 is. Toen was ze te onzeker en heel gevoelig voor de mening van anderen. ‘Als ik toen had geweten, wat ik nu allemaal weet, had ik andere keuzes gemaakt. Ik heb mijn kans toen gemist. Maar wie weet wat ik nog ga doen in de toekomst. Mocht er nog eens een kans voorbijkomen, dan grijp ik ‘m met beide handen.’

Kijk voor meer verhalen op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Richard Kimmann apetrots op bmx’ende zoons

‘Het was een rollercoaster aan emoties’

We konden afgelopen zomer bijna geen krant openslaan of talkshow bekijken, of we zagen bmx’er Niek Kimmann voorbijkomen. Ondanks zijn val tijdens de tijdens de training won hij olympisch goud en werd hij een paar weken later ook nog eens  wereldkampioen. Wat hebben we allemaal genoten van zijn overwinningen en zijn sympathieke houding en reacties. Maar trotser dan zijn vader Richard Kimmann (en natuurlijk zijn moeder) is niemand. We spraken met Richard over de afgelopen periode en hoe hij die heeft beleefd. 

‘Het was een rollercoaster aan emoties’, is Richards allereerste reactie en zijn grote glimlach en glimmende ogen spreken boekdelen. ‘Tegelijkertijd voelt het ook als een bekroning voor ons als gezin, voor alle tijd en energie die we hier samen in hebben gestoken’, vult hij nog aan.

‘We vormden samen een geoliede machine’

Zowel Niek (25) als zijn broertje Justin (23) begonnen al heel jong met bmx’en. Een klasgenootje van Niek nam hem mee naar FCC De Vaart en hij was direct verkocht. Een half jaartje werd ook Justin aangestoken door het bmx-virus. ‘Voor ons als ouders was het wel fijn dat ze allebei wilden bmx’en. Dat maakte het makkelijker om met ze mee te gaan en ons voor honderd procent op het bmx’en te focussen’, vertelt Richard. ‘We vormden samen een geoliede machine en niets was voor ons te veel om de jongens te faciliteren. Caroline (moeder van Niek en Justin) zorgde er altijd voor dat alle spullen weer op tijd klaar waren voor de wedstrijden en ging overal mee naar toe. Zelf was ik er meestal alleen op de wedstrijddag bij, omdat ik thuis ook het bedrijf draaiende moest houden.’

‘Het mooiste cadeau dat je je kind kunt geven,
is in hem en in zijn droom te geloven’

Desondanks was en is er in huize Kimmann niet gauw iets te gek. ‘Op de boerderij in Lutten, waar we in de beginjaren woonden, begon ik met het aanleggen van een parcoursje. De bultjes waren in het begin nog klein, maar gaandeweg moest Thijs Hermans van Rollepaal Grondverzet erbij komen om steeds hogere bulten aan te leggen. Prachtig vond ik het om de banen steeds weer aan te passen’, grijnst Richard. ‘Toen we een aantal jaren later met ons bedrijf naar Dedemsvaart verhuisden, stond de schuur met het indoorparcours er eerder dan dat het kantoor geopend werd. Dat geeft wel aan waar de focus lag’, verklaart hij lachend. Wie in het afgelopen ‘coronajaar’ nog langs het bedrijf Farmers4All aan de Woudbloemweg is gereden, zal de hoge bulten achter het woonhuis ook niet ontgaan zijn. ‘Vooral in de eerste lockdown waren er geen wedstrijden en hadden de jongens tijd over. Toen hebben ze zelf een aantal trails gebouwd, waarbij ze vanaf het dak van de woning konden starten. Sommigen verklaarden me voor gek, maar ik weet dat ze hier verstandig mee omgingen. Ik genoot er vooral van.’

‘We hebben thuis de Olympische Spelen gekeken’

Daar waar Richard andere jaren altijd meeging naar de wedstrijden, mocht hij nu vanwege de coronamaatregelen niet bij de Olympische Spelen zijn. ‘Daar hebben we ons niet al te druk over gemaakt, want dat had geen zin’, klinkt het berustend. ‘We hebben hier thuis gekeken en bij de finale waren we hier met zo’n 25 tot 30 man. We hadden een televisie in de keuken en ook één in de kamer staan. Die laatste liep 5 seconden voor, dus daar heb ik gekeken zodat ik eerder van alle spanning verlost was’, schatert hij. ‘Ik was door het dolle heen toen hij won en ben iedereen om de nek gevlogen. Vooraf kun je je niet voorstellen wat er in de dagen erna allemaal over je heen komt. We hebben ontzettend veel hartverwarmende reacties gekregen, de media stond direct op de stoep, we zijn samen op tv geweest en dan was er natuurlijk de huldiging nog. Dat doet echt wat met je!’, vertelt Richard met een stem die wat hapert bij de herinnering. Dat Niek na olympisch goud ook nog het wereldkampioenschap won, maakte het feest compleet.

Naast winnen is het ook belangrijk hoe topsport je vormt als mens

Wat is volgens Richard het geheim van het succes van zowel Niek als Justin? ‘We hebben de jongens nooit gepusht, het is altijd hun eigen passie geweest en zo moet het volgens mij ook zijn. Ik zal nooit vergeten hoe ze als kleine jochies op een avond uit het niets tegen ons zeiden; ‘Pa, ma, wij willen wereldkampioen worden’. Geweldig vond ik dat’, schatert Richard bij de herinnering, ‘en ik reageerde ook direct. Dat gaan we doen!! Vervolgens hebben we door de jaren heen veel aandacht besteed aan hun mindset. Aan hoe je het maximale uit jezelf kunt halen door te geloven in je dromen, door doelen te stellen en deze te visualiseren. En als dit dan het resultaat is, dan is dat natuurlijk geweldig. Toch is winnen niet het enige dat telt. Dat Niek door Erben Wennemars werd voorgedragen voor een trofee voor de meest sympathieke en sociale sporter, is voor mij minstens zo mooi. Want natuurlijk is winnen mooi, maar hoe topsport je vormt als mens is misschien nog wel het meest waardevolle aan de tijd die je aan topsport besteed. Ik ben dan ook enorm trots op onze jongens!’

Je kunt Niek Kimmann volgen op Instagram. Wil je ook bmx’en? Kijk dan voor meer informatie op http://www.fccdevaart.nl.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Rudi Bults van The Fellowship durfde eerst niet naar Dedemsvaart

‘Ik zag het beslist niet zitten op deze plek’ 

The Fellowship of Acoustics bestaat twintig jaar. Eigenaar Rudi Bults onthult waarom hij zeven jaar geleden twijfelde om zijn business naar Dedemsvaart te brengen. Tussen neus en lippen door rekent hij ook af met de breed gedeelde reputatie van het fenomeen keten: ‘Het gaat om veel méér dan alleen maar lol trappen en bier zuipen.’

‘Destijds was mijn plan simpel: ik had een groter pand nodig. Mijn bedrijf in Bergentheim groeide maar door en voor mijn toekomstplannen was er geen ruimte. Het pand was gewoon te klein. Ik ben links en rechts gaan kijken en informeren, en vond een luisterend oor bij toenmalig wethouder Douwe Prinsse. Hij kwam op de proppen met het vroegere gemeentehuis van Dedemsvaart. Eerlijk is eerlijk, ik zag het eerst beslist niet zitten op deze plek. Ik heb het ook een tijdje afgehouden; vond het gebouw veel te groot. Wel had ik meteen een goeie klik met Dedemsvaart, omdat deze omgeving een beetje voelt als die van Hellendoorn en Nijverdal. Daar kom ik oorspronkelijk vandaan. Het voelde hier vertrouwd. Weet je, Bergentheim is vooral vrijgemaakt christelijk, de zware hoek. Op het gebied van cultuur was daar ook bijna niks. Ja, je had er de keetfeesten, maar daar hield ’t mee op.’

Door dik en dun

‘Even voor de helderheid: die keetfeesten zijn in mijn ogen beslist een vorm van cultuur. Eerder deed ik er een beetje lacherig over. Maar toen werd mijn zoon Koen lid van zo’n keet, en merkte ik al gauw hoe ontzettend veel plezier en genoegen hij daar uithaalde. Ik zag ook hoe hij en zijn vrienden door dik en dun voor elkaar opkwamen en echt alles voor elkaar overhadden. We zijn nu zo’n tien jaar verder en hun club is nog steeds heel hecht. Ik kijk sindsdien met andere ogen naar het fenomeen. Ik zag de jongens laatst samen wegrijden, voor een vriendenweekend. De ene inmiddels in een nog duurdere auto dan de andere; met ook een gesloten koelwagen met bier – want ze mogen dan volwassen zijn, goeie banen en vaak ook al kinderen hebben, sommigen dingen veranderen dus niet… Ik heb respect voor die keten. Het gaat namelijk om veel méér dan alleen maar lol trappen en bier zuipen. Er ontstaan vriendschappen voor het leven.’

Er gebeurt hier van alles

‘Dedemsvaart kent een leefomgeving die veel gemengder dan die in Bergentheim. Rooms-katholieken, protestanten, mensen die nergens meer in geloven, je vindt ze hier allemaal. En dus ook de bijbehorende gewoonten, praktijken en cultuur. In mijn zoektocht naar een groter onderkomen voelde ik me meteen op m’n gemak in dit dorp. Dedemsvaart is bruisend, er gebeurt hier van alles. Zo ben ik ook een grote fan van de Gashouder. Hoe ze daar alles nu op orde hebben, wat ze allemaal organiseren, hun visie, hun doelstellingen: ja, petje af. En Dedemsvaart heeft natuurlijk ook Sanne Hans. Ze was hier onlangs, samen met Cornald Maas, om opnames te maken voor het nieuwe seizoen van het AVROTROS-programma Volle Zalen*. En één van de Dedemsvaartse plekken die ze voor de gelegenheid beslist wilde laten zien, was The Fellowship of Acoustics. Mooi toch! Ik ken Sanne al vrij lang, vanaf haar vijftiende ongeveer. Toen ze nog niet beroemd was, haalde ze haar gitaren al bij ons in Bergentheim.’

Goed gezien

‘De Fellowship is vandaag de dag meer dan ooit een familiebedrijf. Zoon Koen zit al sinds z’n zestiende in de zaak. Hij was zeven jaar geleden ook degene, die mij over mijn twijfel heen hielp, en mij aanspoorde om toch vooral dit gebouw in Dedemsvaart te kopen. Dat had ‘ie dus goed gezien. Ook dochter Laura heeft hier haar plek gevonden, net als haar zus Floor die samen met mijn vrouw Alie de leiding heeft over Dina’s Fellows (de inpandige lunchroom en leer/werkplek voor mensen met een verstandelijke beperking, red). En Floor’s man Jasper werkt inmiddels voor mij én Dina’s Fellows. Blijft alleen nog Laura’s man Simon over, ook de broer trouwens van Jasper. Klopt ja, mijn twee dochters zijn getrouwd met twee broers. Hoe dan ook, Simon is IT’er en doet tussen de bedrijven door al veel voor de Fellowship. Volgens mij duurt het geen twee jaar meer, voordat hij hier een halve of hele dag per week komt werken. Ik weet dat al. Hij nog niet… De verre toekomst is ook aan de familie: kleinzoon Rif – van Floor en Jasper – is nu vier en komt hier al binnenlopen met de mededeling: ‘Dit is mijn zaak!’ Moet hij natuurlijk wél eerst gitaar leren spelen.’

*De aflevering van Volle Zalen met Sanne Hans is de eerste in de nieuwe reeks en staat in de planning voor 19 oktober 2021.

Wil je meer weten verhalen lezen van en over The Fellowship of Acoustics? Bijvoorbeeld waarom een gitaarbouwer uit Texas heeft uitgepakt met een rododendron inleg in de kop? Kijk dan bij de nieuwsberichten op de website.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Baan 8 van FCC De Vaart op naam van Niek Kimmann

Racen, topsnelheid halen en bultjes fietsen met z’n maten

Het is lang geleden dat er zoveel pers op een gedenkwaardig moment in Dedemsvaart afkwam. Maar natuurlijk kon de media vanavond niet om de huldiging van olympisch en wereldkampioen BMX Niek Kimman heen. Leden van de Dedemsvaartse fietscrossvereniging waren massaal vertegenwoordigd en onthaalden hun held met een daverend applaus.

Het zonnetje scheen volop. Trots en blijdschap straalde van de gezichten van de fietscrossfans. Iedereen was in afwachting van de grote kampioen. Vorige week nog en ook gisteren was hij wereldnieuws en vandaag stond hij te schitteren op de baan van FCC De Vaart. Niek Kimmann. BMX-kampioen in de breedste zin van het woord.

‘De mooiste plek van de gemeente Hardenberg’

Speciaal voor de gelegenheid werd Niek bij zijn ouderlijk huis aan de Woudbloemweg opgehaald. Toen hij vanuit de woonkamer in de verte joelende kinderen hoorde, wist hij dat het moment was aangebroken om naar de plek te gaan, waar het allemaal begon: op de fietscrossbaan van FCC De Vaart aan de Archimedesstraat in Dedemsvaart. ‘De mooiste plek van de gemeente Hardenberg’, benadrukte Niek in zijn dankwoord. De manier waarop hij door zijn thuisvereniging in het zonnetje werd gezet, vatte hij samen in twee woorden. ‘Super vet’.

Terwijl zijn vader Richard Kimmann van een afstandje apetrots naar zijn zoon stond te kijken, deelde Niek handtekeningen uit aan de jonge fietscrossers. De energieke jonge BMX-fans hadden lang gewacht op dat heugelijke moment en stonden zich te verdringen voor hun allergrootste voorbeeld. Tot dat moment hadden ze zo stil als ze konden geluisterd naar de lovende woorden van Nieks oud-trainer Raymond Brink en sportwethouder van de gemeente Hardenberg Martijn Breukelman.

Eerste gemeentelijke sportpenning voor Niek

En die lovende woorden eindigden met nog veel meer heugelijke momenten. Niek werd overstelpt met cadeaus, maar schrijft opnieuw geschiedenis. Dit keer dankzij de gemeente Hardenberg en dankzij zijn eigen fietscrossvereniging FCC De Vaart. Want nadat een van de bochten al naar hem was vernoemd, draagt nu ook baan 8, de favoriete startplek van Niek Kimmann, zijn naam. Van de sportwethouder kreeg hij bovendien de allereerste sportpenning van Hardenberg uitgereikt. De wethouder roemde Nieks nuchterheid, ‘maar ondanks dat mag je ook gewoon heel erg trots zijn op jezelf. Het houdt maar niet op, zoveel titels je al op je naam hebt staan. Jouw prestatie is een geweldige promotie voor de sport en je bent een groot voorbeeld voor al die kinderen daar op de tribune. Wees trots op wat je kunt, wat je hebt bereikt en wat je ervoor moet laten’, aldus de wethouder.

Plezier en avontuur staan voor Niek voorop

Die nuchterheid klonk ook door in Brinks verhaal. ‘Want’, zo schetste de oud-trainer, ‘Dat is wat dit alles voor jou is. Een rondje fietsen met je maten.’ Volgens Brink is het nooit anders geweest, ongeacht de omstandigheden. Of het nu om een rondje gaat in de Kimmann-garden of tijdens een belangrijke wedstrijd op een ander continent, voor Niek staat het plezier en het avontuur altijd voorop. ‘Bij jou gaat het nooit om winnen. Het gaat om racen, topsnelheid halen en bultjes springen.’

Dat Niek Kimmann nu naast de vijfde wereldtitel op rij die mythische olympische plak heeft gehaald is volgens Brink ongekend. ‘Je bent de eerste Nederlander in de BMX-wereld die dit heeft gepresteerd’, sprak een trotse trainer.

We are the champions

Het nummer dat vervolgens door de luidsprekers en over de fietscrossbaan schalde, kon er natuurlijk maar een zijn. ‘We are the champions’ van Queen.  Dit keer speciaal voor Niek, maar zeker ook voor de trotse Dedemsvaartse fietscrossvereniging. Want stiekem zijn ook zij een klein beetje kampioen geworden!

Wil je Niek volgen? Op zijn Facebookpagina heeft hij meer dan 30.000 volgers.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Jongerenwerkers Dedemsvaart Sylke Schoemaker De Stuw

Jongerenwerkster Sylke in de picture bij Dedemsvaartse jeugd

‘Dedemsvaart is echt mijn gebiedje geworden’

Haar grootste wens voor alle jongeren is dat ze in een veilige en leuke omgeving opgroeien tot jongvolwassenen. Ze weet ook dat dit een utopie is. ‘Maar’, zegt ze, ‘ook als ik dat aan een paar jongeren kan meegeven, ben ik al heel tevreden.’ Aan het woord is de 26-jarige Sylke Schoemaker, jongerenwerkster bij De Stuw. Haar standplaats is Dedemsvaart. De afgelopen twee jaar heeft ze haar best gedaan om zichtbaar te zijn voor de jongeren in het dorp, in te spelen op de signalen. ‘Om die boven water te krijgen, moeten mensen wel weten wie ik ben.’

Samen met jongerenwerker Bram van Bessen is ze hèt gezicht voor de jongeren in Dedemsvaart. ‘Bram is verhinderd’, verontschuldigt Sylke haar collega. ‘Hij is net de gelukkige vader geworden van een tweeling.’ Collega’s en een stagiaire staan haar de komende tijd bij. ‘Eén jongerenwerker in zo’n grote kern als Dedemsvaart is niet voldoende’, verduidelijkt ze. ‘De versnippering is veel groter dan in de kleine kernen en het vergt aandacht en tijd om de verschillende jongerengroepen in beeld te krijgen. Vorig jaar is het aantal jongerenwerkers in Hardenberg uitgebreid naar zes. We wilden veel meer in de picture komen en daar hebben we de afgelopen tijd hard aan gewerkt.’

Kijken wat er leeft, waaraan behoefte is en daarop inspelen

Het straathoekwerk is daarvan een onderdeel. Zichtbaar zijn voor jongeren. Door met hen in gesprek te gaan. Kijken wat er leeft, waaraan behoefte is en daarop inspelen. Om de overlast van ‘hangjongeren’ in te dammen. Door naar hen te luisteren en hen enthousiast te maken voor activiteiten die er worden georganiseerd.

‘Vorig jaar, in coronatijd, zijn we begonnen met Gewoon Actief’, vertelt Sylke. ‘Omdat er toen veel beperkingen waren, vonden we het belangrijk dat we de jeugd toch iets konden bieden. We doen dat samen met de afdeling Sport en Beweging van de gemeente Hardenberg, met Sport Service en de Cultuurkoepel. Iedereen doet dat waar hij goed in is.’ Op de vraag of dat z’n vruchten afwerpt, knikt ze overtuigend. ‘Zeker! Veel activiteiten worden enthousiast ontvangen. Dit jaar gingen we ‘on tour’ met een Volkswagenbusje. Daardoor waren nog eens extra herkenbaar. Het is ook wel een hele mooie blikvanger. Helaas huren we het. We overwegen nog om een caravannetje aan te schaffen en te pimpen. Voor volgend jaar. Via de social media-kanalen en de website geven we ruchtbaarheid aan de activiteiten en kunnen kinderen zich inschrijven. Dat werkt heel goed.’

‘In het begin voelde ik me echt een indringer’

Sylke is zich er terdege van bewust, dat ze met de activiteiten Gewoon Actief en met het jongerencentrum Upstairs, op de eerste verdieping van De Baron, voornamelijk nog de basisschooljeugd en jongeren tot en met een jaar of 14 bereikt. Vanaf een jaar of 15 is er, behalve sport niet zoveel te doen voor de jeugd in Dedemsvaart. Favoriete hangplekken van deze jongeren zijn het Zuiderbos, de Kotermeerstal, het Skatepark en het dorp.

‘Ik moet zeggen, dat het op dit moment heel rustig is. Maar we kennen zeker ook andere tijden. Op donderdagavond ben ik standaard in het dorp te vinden. Ik werk nu twee jaar in Dedemsvaart en het heeft me toch zeker wel een half jaar gekost om een band op te bouwen met de jeugd. Ik ben een kleine 10 jaar ouder dan hen, maar in het begin voelde ik me echt een indringer. Ik trek tijdens het zogeheten koppelwerk samen op met de jeugdagent. We proberen de jeugd er telkens weer van te doordringen dat we er niet zijn om hen te pesten. Integendeel. We willen graag met hen in gesprek. Meedenken. Belangstelling tonen en aansluiting vinden. Kijken of er hulpvragen zijn. Dat lukt steeds beter.’

‘Ik ben geen handhaver en geen politieagent’

Sylke vervolgt haar verhaal. ‘Daardoor accepteren ze het ook als we ze wijzen op hun verantwoordelijkheid. Ik doe dat zoveel mogelijk op een speelse en luchtige manier. Ik ben geen handhaver en geen politieagent. Ik maak bijvoorbeeld een filmpje van de rode blikvanger en die post ik op Instagram. Als reminder, omdat dat dé plek is waar het afval hoort. En dat een fiets is om op te fietsen en niet om hoog in de boom op te hangen. Zulke dingen. Daarmee creëer je een stukje bewustwording. Jongeren happen vaak wel, veelal positief. Soms met een grappig filmpje als tegenreactie. Voor mij het bewijs, dat ze de boodschap hebben begrepen.’

In de eerste lockdown waren er veel hangjongeren, die weinig gehoor gaven aan de coronamaatregelen. ‘Ik snap het ergens ook wel hoor’, geeft de jongerenwerkster toe. ‘Het land zit op slot en je wil niet thuis bij pa en ma op de bank zitten. In de eerste coronagolf was het waarschijnlijk voor velen nog ver-van-mijn-bed-show. Ze zagen de gevaren niet. Ik was toen veel op straat. Om met hen in gesprek te gaan, om toch iets te kunnen betekenen.  In de tweede lockdown werd het pas echt rustig. Waarschijnlijk ook omdat toen de meesten wel de ernst van de situatie inzagen. Ongetwijfeld hebben ouders hierin ook een rol gespeeld.’

‘Iedereen is altijd bereid om mee te denken’

Sylke heeft helemaal haar draai gevonden in Dedemsvaart. Zelf is ze geboren en getogen in Kloosterhaar en ondanks dat ze het fijn vindt, dat ze werk en privé op deze manier gescheiden kan houden, voelt Dedemsvaart als haar eigen dorp. ‘Als ik even een boodschap doe bij de supermarkt, maak ik vaak even een praatje. Ik ken hier inmiddels toch al best veel mensen. Voordat ik hier terecht kwam, was ik welgeteld misschien drie keer in Dedemsvaart geweest’, lacht ze. ‘Ik voel me hier op mijn gemak. Het is echt mijn gebiedje geworden. Het is net als in mijn eigen dorp. Ons-kent-ons. Heel gemoedelijk. En het jongerenwerk is onderdeel van de gemeenschap. Iedereen is altijd bereid mee te denken als we iets willen organiseren. Echt leuk!’

Jongerenwerkster was niet altijd Sylkes droom. Ze was er op de middelbare school heilig van overtuigd dat ze onderwijsassistent wilde worden. Maar toen ze eenmaal op de pabo zat, kwam ze al snel tot de ontdekking dat ze veel meer aandacht had voor de jongeren, die om welke reden dan ook buiten de groep vielen. ‘Juist dat individuele contact sprak me veel meer aan’, herinnert ze zich. ‘Ik ben toen pedagogiek gaan studeren en liep stage in de pleegzorg. Ik dacht dat dat een mooie opstap naar de jeugdhulpverlening. Maar ik was nog zo jong, ergens klopte het niet voor mij. Ik had zelf nog helemaal geen ervaring met kinderen.’

‘We zijn soms echt een steun en toeverlaat’

De stap naar het jongerenwerk was voor Sylke dan ook veel logischer. ‘Het sluit veel meer aan bij mijn eigen belevingswereld. Op een ongedwongen manier met jongeren omgaan, de flexibiliteit die het van mij vraagt. Voor nu vind ik het heerlijk. Misschien als ik zelf kinderen krijg, dat ik er dan anders over denk.’

Straathoekwerk is overigens niet het enige dat Sylke doet. Ze verzorgt daarnaast preventie op scholen, biedt individuele begeleiding bij lichte hulpvragen. ‘We hebben mede dankzij het jongerencentrum Upstairs  zicht op veel jongeren. Als ik signalen opvang, dan kan ik daar actie op ondernemen. In gesprek met ouders en eventueel met hulpverleningsinstanties. Altijd in overleg met de jongere uiteraard. Vergeet niet dat een jongerenwerkster veel laagdrempeliger is. We zijn soms echt een steun en toeverlaat. En dat maakt dat we eventuele problemen vroegtijdig kunnen signaleren.’

‘Onze zichtbaarheid is van groot belang’

Zelf hing de jongerenwerkster nooit op straat. ‘Wij gingen op donderdagavond altijd naar Hardenberg, maar veroorzaakten daar eigenlijk nooit overlast. Ook gingen we vaak naar het jeugdhonk in Kloosterhaar met een groep vrienden. Het was altijd groot feest. Dat is wat ik elke jongere gun. Ja het klopt, tijden veranderen. Maar als we in contact blijven, is er veel mogelijk. Onze zichtbaarheid is van groot belang. Daarmee kunnen we niet vroeg genoeg beginnen. Met onze Gewoon Actief on Tour zien we veel kinderen van de basisschool, waarvan ik hoop dat we ze uiteindelijk terug gaan zien in het jongerencentrum en ook daarna.’

Wil je weten wat De Stuw nog meer doet? Bezoek dan de website.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

 

Een kleurrijk paradijs in het dorp, Tuinen Mien Ruys

‘Na het overlijden van Mien Ruys hield het experimenteren niet op’

Vrijwel iedere Dedemsvaarter kent de ingang van de Tuinen Mien Ruys aan de Moerheimstraat. Dagelijks wapperen de vlaggen er uitnodigend, maar toch weet lang niet iedereen wat een geweldig kleurrijk paradijs achter deze ingang schuilgaat. Op een ochtend in juli nemen we er een kijkje en vertelt coördinator Monique Bruins Slot vol passie over ‘haar’ tuinen.

In de stromende regen komt Monique vanuit de tuinen aangelopen. Gehuld in een opvallende knalgele regenjas, zet ze nog snel even de kruiwagen weg, waarna ze me hartelijk begroet; ‘Goedemorgen, wat leuk dat je er bent, kom verder’. In haar kantoor vertelt Monique meer over Mien Ruys, één van de bekendste tuinarchitecten uit de 20ste eeuw, en over de tuinen. ‘In 1904 werd Mien hier aan de Moerheimstraat geboren. Haar vader Bonne Ruys had een heel bekende vaste plantenkwekerij op de plek waar nu de woonwijk Rozenheim ligt. Ook Mien had belangstelling voor planten, maar zij was vooral geïnteresseerd in wat je met die planten kon doen.

Haar eerste tuin ontstond in 1924 in de boomgaard van het ouderlijk huis

Om hierin ervaring op te doen mocht ze in de tuin van haar ouders experimenteren. Ze ging aan de slag met planten die ze mooi vond en maakte haar eerste ontwerp met de herkenbare rechte, geometrische vormen. De strakke, harde lijnen verzachtte ze door uitbundige planten te gebruiken. Die eerste tuin, de verwilderingstuin uit 1924, is inmiddels een rijksmonument en is hier nog steeds te zien’, legt Monique enthousiast uit.

Vooruitstrevende confectieborders

Door de buitenlandse contacten die Miens vader had, ging ze onder andere naar Berlijn en naar Engeland, waar ze kennis maakte met kunst en musea, en waar ze in contact kwam met de bekende Britse tuinontwerpster Gertrud Jekyll. Hierdoor geïnspireerd ontwierp ze in 1927 haar eerste bordertuin. In de jaren 30 studeerde ze bouwkunde en kwam ze in contact met bekende Nederlandse architecten als Merkelbach en Rietveld, met wie ze ging samenwerken. Best bijzonder voor een vrouw in die tijd toch? ‘Ja inderdaad’, reageert Monique direct. ‘Het was in die tijd niet gebruikelijk dat een vrouw alleen naar het buitenland ging of dat ze ging studeren. Maar haar ouders stimuleerden alle kinderen, en dus ook de dochters, om te studeren.’ Na de tweede wereldoorlog, de tijd van wederopbouw, werkte Mien Ruys veel voor woningbouwverenigingen en maakte ze veel gemeenschappelijke tuinen. ‘Later ontwierp ze ook tuinen voor particulieren en begin jaren 60 bedacht ze de confectieborders. Dat was écht heel vooruitstrevend’ vertelt Monique enthousiast, terwijl ze in de boekenkast duikt op zoek naar een voorbeeld. ‘Dit waren een soort standaardborders, samengesteld op kleur of op ligging. De beplantingsplannen kon je destijds kopen bij V&D. Er zat een boekje bij met uitleg over hoe je de border moest aanleggen en de planten waren natuurlijk bij de kwekerij van haar vader te koop.’

Levend museum

‘De Tuinen Mien Ruys is een soort levend museum met maar liefst 30 tuinen, die een mooi beeld geven van bijna een eeuw tuinarchitectuur in Nederland. Na het overlijden van Mien Ruys is het experimenteren niet opgehouden. Zo onderzoeken we nu bijvoorbeeld de mogelijkheden voor daktuinen en experimenteren we met onderhoudsvriendelijke perken. Deze hoeven aan het eind van de zomer alleen maar gemaaid te worden, waarna de bloemen in het voorjaar als vanzelf weer tevoorschijn komen. De bodem bestaat uit brokken lavasteen, die water doorlaten en verdamping tegenhouden’, legt Monique uit. Voor tuinliefhebbers zijn de tuinen een walhalla. Zowel ervaren tuinierders als beginnelingen kunnen er naar hartenlust inspiratie opdoen, advies krijgen en er ook hun planten kopen.

De tuinen zijn een kleurrijk paradijs, waar je even kunt ontsnappen aan de hectiek

Maar je hoeft geen groene vingers te hebben om te kunnen genieten van alle kleuren, vormen en combinaties in de tuinen. Het is een heerlijke plek om eindeloos te dwalen langs kleurrijke borders en wuivende grassoorten. Sta eens even stil op een vlonder in de moerastuin en verbaas je over de eindeloze tinten groen, terwijl de kikkers je kwakend begroeten. Geniet van de heerlijk geuren van de kruidentuin en zoek tussendoor een fijn plekje in de zon of de schaduw. Het enige wat je hoort is het geritsel van bladeren en het fluitconcert van de vogels. De tuinen zijn een kleurrijk paradijs waar je even kunt ontsnappen aan de hectiek van het dagelijkse leven.

Ook leuk voor kinderen

Om je bezoek compleet te maken kun je in het lichte theehuis of op het terras genieten van verschillende lokale lekkernijen. Kies voor bijvoorbeeld een proeverijtje van broodjes gebakken in de takkenbosoven van bakker Aard Oegema. ‘De takkenbosoven staat in de boerenschuur en voor het verwarmen van de oven wordt onder andere het snoei- en houtafval uit de Tuinen gebruikt. In principe wordt er tijdens het seizoen elke donderdagmorgen brood en koek in gebakken en natuurlijk kun je er een kijkje nemen. Van de lekkere geur van versgebakken brood krijg je vanzelf trek’, lacht Monique. Je verwacht het misschien niet, maar ook voor kinderen is er in de Tuinen van alles te beleven. ‘Speciaal voor hen hebben we twee verschillende puzzeltochten. Voor kinderen die nog niet kunnen lezen is er een speurtocht met plaatjes van dingen die ze in de tuinen kunnen opzoeken. Daarna kunnen ze de plaatjes inkleuren en er een kijkdoos van maken. En voor kinderen die al wel kunnen lezen is er een puzzeltocht met vragen, waarbij ze aan het einde een klein cadeautje krijgen. En verder kunnen ze lekker spelen in het speelbos, met een speelhuisje en waterpomp.’ Kortom; de Tuinen Mien Ruys is een heerlijke plek om inspiratie en kennis op te doen, om te spelen of om gewoon eindeloos te genieten.

Kijk voor meer informatie over de Tuinen Mien Ruys op hun Facebookpagina of website.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Dedemsvaartse kappers op weg naar Veldzicht om de patiënten te knippen

Dedemsvaartse kappers één avond in Veldzicht

‘We geven de patiënten een stukje waardigheid terug’

Ze komen er om te knippen en willen niet weten wat de ‘bewoners’ van Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht in Balkbrug mogelijk op hun kerfstok hebben. Alleen op die manier kunnen de Dedemsvaartse kappers Marcel van der Weide en Dorien Hulleman doen waar ze goed in zijn. Mensen weer een mooie look geven. ‘We zijn geen behandelaar en geen therapeut. We stappen er dus elke keer blanco in. Anders zouden we dit werk niet kunnen doen. Wat wij doen is de patiënten in Veldzicht een stukje waardigheid teruggeven. Hen even weer dat ‘normale’ gevoel laten ervaren. We praten net als in de salon over koetjes en kalfjes. Vaak in het Engels en soms met handen en voeten in een andere taal. Maar de taal is nooit een barrière.’

Acht jaar geleden kreeg Marcel de vraag of hij in Veldzicht wilde komen knippen. ‘Ik had nog nooit zoiets bij de hand gehad, maar ik dacht dat ik het wel kon’, lacht Marcel, verwijzend naar de Pipi-Langkous mentaliteit. Hij heeft er geen moment spijt van gehad. Eén avond in de week staat hij paraat en knipt hij achter slot en grendel. Nog elke keer valt het hem op hoe hartelijk hij elke week weer wordt ontvangen.

Even slikken toen ze de zware deuren in het slot hoorde vallen

Sinds kort is Dorien zijn nieuwe compagnon. Niet zomaar, want voordat alles door de ambtelijke molen in Den Haag was, ging er veel tijd overheen. Afgelopen voorjaar was het dan eindelijk zover. De eerste keer vond ze het best spannend en moest ze echt wel even slikken toen ze de zware deuren achter zich in het slot hoorde vallen. Maar het viel allemaal reuze mee. Mede dankzij de goede beveiliging. ‘Maar zeker ook dankzij de gemoedelijke sfeer’, zegt Dorien. ‘Afgelopen week hadden we een pittig stel en was ik heel even op mijn hoede. En toch, als je eenmaal aan het knippen bent, ben je dat snel vergeten.’

‘In Veldzicht zitten mensen van allerlei pluimage, afkomstig uit alle hoeken van de wereld. Een aantal van hen heeft een strafbaar feit gepleegd. Alle bewoners hebben complexe psychiatrische problemen, waarvoor ze worden behandeld. Dat wisten we toen we eraan begonnen’, zegt Marcel. ‘Ik geloof er alleen heilig in dat deze mensen het gewoon niet hebben getroffen hebben met hun achtergrond. Er zitten ook oorlogsslachtoffers bij. Zij hebben littekens overgehouden van alles wat ze mee hebben gemaakt. Begrijp me goed, daarmee praat ik helemaal niets goed van wat sommigen hebben uitgevreten. Het helpt me alleen wel om voor ogen te houden, dat ik met mensen te maken heb. Mensen zoals jij en ik. Mensen die het fijn vinden, dat er aandacht voor hen is. En in mijn werk moet ik me kunnen afsluiten voor al het andere. Dat lukt gelukkig ook. Als iemand na het knippen in de spiegel kijkt, ik de twinkeling in zijn ogen zie en een knikje krijg als teken van dankbaarheid, dan weet ik waar ik het voor doe.’

‘Vreselijk dat iemand zo terecht komt.’

Dorien valt hem bij. ‘Natuurlijk zijn we ons ervan bewust dat een deel van de patiënten een misdrijf heeft gepleegd. En toch heb ik soms heel erg de neiging om een arm om iemand heen te slaan. Ik vind het vreselijk dat iemand zo terecht komt. Pas nog vroeg ik aan een van hen: ‘How are you’. ‘I’m like a prisoner’, antwoordde hij. Het was natuurlijk als grap bedoeld, maar als je er goed over nadenkt is het eigenlijk heel wrang. Ze maken niets van de buitenwereld mee, alleen dat wat er binnen de hekken van Veldzicht gebeurt. Triest, dat het voor sommigen zo moet lopen.’
Natuurlijk laat ze tijdens het knippen niets merken van haar gedachtengang. Ze brengt samen met Marcel vooral veel gezelligheid. Wie de beide Dedemsvaartse kappers kent, weet dat precies dát op hun lijf is geschreven. ‘Gisteravond bijvoorbeeld. Ik kom binnen en iemand roept heel hard ‘Hé kappersvrouw!’ ‘Ik moet daar ontzettend om lachen. We brengen het zonnetje in huis. Dat gaat vanzelf. Omdat we merken hoe blij iedereen is dat we er zijn.’

Ze hebben nog nooit iets vervelends meegemaakt binnen de muren van Veldzicht. Het duo let desondanks altijd goed op. ‘We knippen nu eenmaal niet met de vingers en aan een schaar zitten scherpe punten. We stoppen de spullen altijd netjes terug in de koffer en laten niks slingeren. Dat is een automatisme’, verklaart Marcel. ‘Als iemand niet zo lekker in zijn vel zit, moet hij zijn beurt overslaan tot een volgende keer. Er worden geen risico’s genomen. Daar vertrouwen we op. Maar vooralsnog gedragen de patiënten zich heel erg netjes.’

‘We bieden ze even dat moment van ontspanning’

‘Ze zitten over het algemeen heel rustig in de stoel’, vertelt Dorien. ‘En dat terwijl je toch heel dicht in iemands aura komt. Dat kan nu eenmaal niet anders. Ik zie het als een stukje vertrouwen, dat ze ons geven. We stellen ze op hun gemak en zij geven zich over. Wij bieden ze even dat moment van ontspanning. Een moment voor zichzelf. En laten we eerlijk zijn, heeft niet iedereen dat op z’n tijd even nodig?’, vraagt Dorien zich hardop af.
Per avond knippen ze samen zo’n 20 tot 25 klanten. ‘Het ligt natuurlijk aan het kapsel’, zegt Marcel. ‘Als er veel Afro-kapsels tussen zitten of baarden, dan duurt het wel even.’ Marcel is dankzij zijn uit Columbia geadopteerde zoon Diego expert geworden in Afro-kapsels. Stiekem is hij daar best een beetje trots op. ‘Het komt nu heel mooi uit. Leuker nog is dat niemand verwacht dat een blanke kapper zulke kapsels kan knippen. Het is een kunst op zich. Alsof je aan het beeldhouwen bent.’

‘Inmiddels loopt iedereen er weer netjes bij’

Tijdens de lockdown bleven de deuren van Veldzicht gesloten voor de beide kappers van Uni-Qnip Hairsalon en Haarmode Curly. ‘De patiënten zijn in die tijd zelf aan het hakken geslagen’, zegt Marcel spijtig. ‘De eerste periode na de versoepelingen heb ik in mijn eigen salon in ploegen gewerkt om maar zoveel mogelijk schade in te halen, dus toen had ik echt geen tijd voor Veldzicht. Dorien viel dus ook echt met de neus in de boter. We hebben flink wat achterstallig werk moeten wegwerken. Maar inmiddels loopt iedereen er in Veldzicht weer netjes bij.’

‘Heel leuk om dit samen zo te doen’

Uni-Qnip en Curly zitten aan de Julianastraat praktisch naast elkaar, maar van concurrentie is eigenlijk geen sprake. ‘We bijten elkaar niet. We versterken elkaar juist. Bovendien is het fijn om af en toe even met een collega te sparren. Pas lag Marcel in het ziekenhuis en dan neem ik bijvoorbeeld de ‘blokheads’ over. Die komen uit de jaren ’80. Helemaal mijn tijd’, glimlacht Dorien, die net Sara heeft gezien en al 28 jaar een eigen kapsalon heeft. Marcel (48) begon 18 jaar geleden voor zichzelf met zijn salon en werkt sinds kort samen met een zelfstandige kapper. ‘Ik hoef nu geen nee te verkopen, waardoor ik mijn klanten behoud. De zaken gaan heel goed, maar ik durf het niet aan om nu extra personeel aan te nemen. Als gevolg van de lockdown is al mijn spaargeld op en je weet niet wat we nog kunnen verwachten de komende tijd.’

Het werk bij Veldzicht zien Marcel en Dorien als een extra zakcentje, een appeltje voor de dorst. ‘Het is ons vakantiegeld. We worden er niet rijk van, maar het is mooi meegenomen. En het is ook nog eens heel erg leuk om dit samen zo te doen.’

Kijk ook eens op de Facebookpagina’s van Uni-Qnip Hairsalon en van Haarmode Curly.

Meer weten over Veldzicht? Bezoek dan de website.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

 

Eigenaresse van De Blokhut in Dedemsvaart

Ellen ter Haar boekt succes met haar B&B De Blokhut

‘Het zijn de kleine dingen die het ‘m doen. En voor mij is het maar een kleine moeite’

Het is het best bewaarde geheim van Dedemsvaart en het bevindt zich aan de Hoofdvaart. Met ingang aan de Peterswijk. Verscholen. Een authentiek houten huis waar, vanaf het moment dat corona de wereld in z’n greep houdt, menigeen al een aantal nachtjes heeft mogen vertoeven. Gebombardeerd tot De Blokhut. Sinds een klein jaartje de nieuwe bed & breakfast van de 34-jarige eigenaresse Ellen ter Haar. Nog elke dag is ze verwonderd over het succes, dat ze er in korte tijd mee heeft geboekt.

Een welkome aanvulling op het aanbod van Dedemsvaart en erg verrassend. En eigenlijk is dat het voor Ellen zelf ook. ‘Ik had ruim een jaar geleden niet kunnen bedenken dat ik hier zou staan en mijn eigen B&B zou runnen’, lacht ze, terwijl ze een korte rondleiding geeft in de door hout omgeven gezellige ruimte.

Midden in de crisis kocht ze samen met haar vriend Erik het huis aan de Hoofdvaart. ‘Ik woonde destijds zelf aan de Markt en had daar ook mijn nagelstudio Elle ô Nora. Toen ik deze ruimte zag, wist ik dat het dé ideale plek was. Een salon apart van huis, maar wel binnen handbereik. De vorige bewoner gebruikte het in het begin als een soort barretje. Om te chillen.’

Vol ideeën en plannen
Maar toen het coronavirus na de zomer opnieuw ons land teisterde, de salon dicht moest en haar werk in de horeca opnieuw werd teruggeschroefd, besloot Ellen niet achterover te leunen. ‘Dat is niets voor mij. Ik zit altijd vol ideeën en plannen en kan moeilijk niets doen. Ooit heb ik eens geroepen, dat ik als ik later groot zou zijn een B &B wilde beginnen. Ik vind het contact met gasten gewoon ontzettend leuk. Daarom heb ik ook zo lang in de horeca gewerkt.’

Met de ruimte naast de salon voor handen, compleet met keuken en sanitaire voorzieningen, stond het nieuwe plan al snel in de steigers. ‘Wat had ik te verliezen. Ik hoefde het alleen nog maar in te richten. Ik heb een keer van die leuke lockerkastjes uit een zwembad op de kop getikt. Waar nog guldens in moeten. Okergeel. Heel warm. Ze staan hier super. De kleur heb ik doorgetrokken in het huis en ook op de flyer. We hebben er een palletkachel in gemaakt en de inventaris uitgebreid met een oude platenspeler, verschillende soorten kletspotten en tijdschriften. Om het extra gezellig te maken.’

Huis van hout
Voordat Ellen zich aanmeldde bij Airbnb, moest er nog een naam worden verzonnen, maar ook dat was niet heel moeilijk. ‘Iedereen noemde het al De Blokhut, dus de naam was eigenlijk al geboren. Niet gek natuurlijk als je bedenkt dat het hele huis van hout is gemaakt.’

De eerste reservering kwam voor de Dedemsvaartse heel onverwacht en was een heugelijk moment. ‘We hebben voor de gelegenheid een flesje champagne opengetrokken’, weet ze nog. ‘Ik had helemaal niet verwacht dat mensen ons al zo snel wisten te vinden. Maar ja, het was in een tijd waarin heel Nederland wandelde en fietste en er veel beperkingen waren in hotels. Een bed & breakfast was dan ook een ideale oplossing voor mensen, die er toch even uit wilden. En de ligging is ideaal. Je kunt hier alle kanten op. Richting Zuidwolde en Echten, Hardenberg en Ommen, naar het Reestdal en natuurlijk naar ons eigen mooie dorp.’

Elkaar versterken
Ellen wijst in het privéverblijf naar een aantal schappen tegenover de lockers. Daar liggen kleurrijke flyers van alles wat er in de omgeving te doen is. ‘In Dedemsvaart zelf hebben we ook genoeg te bieden. Met The Fellowship of Acoustics hebben we Europa’s grootste gitaarwinkel in de aanbieding, we hebben de Tuinen, de Gashouder, de bierbrouwerij, gezellige horeca, leuke winkels, eigenlijk van alles wat’, somt ze op. ‘Wie bij ons logeert en bij de Kalkwieke een borrelplankje neemt, krijgt van ons een gratis drankje. Ik vind het belangrijk dat we elkaar op die manier kunnen versterken. Ik wil dat de komende tijd nog verder gaan uitbreiden’, zegt ze enthousiast.

Gastvrij
Ze maakt het haar gasten graag naar de zin. Met een bosje muntthee uit de achtertuin of met vogelvoer om de vogeltjes vanuit het slaapkamerraam te kunnen aanschouwen. Ook vraagt ze altijd of er sprake is van een speciale gelegenheid en zorgt dan voor een flesje wijn of een kaartje. ‘Het zijn de kleine dingen die ‘t ‘m doen. En voor mij is het maar een kleine moeite. Ik ben ooit op vakantie in Thailand geweest. Mensen zijn daar, met het weinige dat ze hebben, zo vriendelijk, behulpzaam en gastvrij. Heel ongedwongen. Echt een voorbeeld. Ik kijk daarom altijd wat ik zelf fijn zou vinden en benader op die manier mijn gasten.’

Platenspeler
Bezoekers van De Blokhut komen overal en nergens vandaan. De ervaring leert, dat ze het liefst zelf op ontdekkingstocht gaan in de omgeving. ‘Wel vragen ze bijvoorbeeld waar je lekker kunt eten en op Instagram post ik regelmatig leuke wandel- of fietsroutes, waar mensen nieuwsgierig naar worden. Maar ook onze palletkachel en de platenspeler zijn erg in trek. Lekker plaatjes draaien in een authentiek huis van hout. Ook daar komen mensen op af. Bijzonder hè?’

Zelf is Ellen ook muziekliefhebster. ‘In de lockerkastjes zit mijn hele verzameling muziek. Wel achter slot en grendel’, lacht ze. ‘Ik hou erg van rockmuziek en blues. Vroeger bij ‘Appie’ (Ab van Dijk, red.) in de winkel zat ik altijd met de koptelefoon op en kon ik niet wachten totdat er weer een nieuw album uitkwam.’

‘Heel gaaf dat ik nu fulltime voor mezelf kan beginnen’

Ellen gaat zich de komende tijd helemaal richten op De Blokhut en op haar ‘groene’ salon, waar ze veelal gebruik maakt van duurzame en milieuvriendelijke producten. ‘Het is allemaal in een stroomversnelling gekomen. Tijdens de lockdown had ik voor mijn gevoel zeeën van tijd over en heb ik veel tijd en energie gestoken in social media, online trainingen en workshops en ben ik lid geworden van de plastic soup foundation. Dankzij al die inspanningen heb ik mezelf zichtbaar op de kaart gezet en is mijn klantenbereik veel groter geworden. In combinatie met de B&B gaat het nu zo goed, dat ik mijn baan moet opzeggen. Jammer natuurlijk, maar tegelijkertijd ook heel gaaf, dat ik nu fulltime voor mezelf kan beginnen.’

Ben je nieuwsgierig naar De Blokhut, kijk dan op de facebookpagina
of op Airbnb.nl.
Voor de nagelstudio van Ellen ter Haar surf je naar de facebookpagina van Elle ô Nora.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

 

beleving op locatie met Daniël Poolman en Antoinette Drogt, eigenaren van proefkamer Het Reestdal

Proefkamer Het Reestdal gaat voor beleving op locatie

‘Koken is het heelal. Het is oneindig. Allemaal dankzij de natuur’

Aan de lange brede keukentafel van Daniël Poolman en Antoinette Drogt, de eigenaren van proefkamer Het Reestdal, heerst nog heel even een serene rust. Grote weckpotten met mysterieuze inhoud herinneren aan vervlogen tijden. Terwijl Antoinette nog wat mailtjes afwerkt, loopt Daniël binnen en ploft neer op een stoel. Klaar om zijn verhaal te doen. Niet zomaar een verhaal. Het verhaal van een geboren topkok, die sinds corona meer dan ooit beseft dat vrijheid een groot goed is.

Vijf jaar runde hij de proefkamer op camping Het Reestdal in Balkbrug. Hij stak er zijn ziel en zaligheid in. Eerst vanuit de overlevingsmodus, maar gaandeweg maakte hij er samen met zijn gezin zijn ‘way of life’ van. Hoe? Door het compleet over een andere boeg te gooien. Door de natuur het menu te laten bepalen. Daar waar het eten voor het oprapen ligt. Hij las er alles over wat hij maar kon vinden en specialiseerde zich stukje bij beetje als natuurwildplukker.

Missie
Dat lukte niet zomaar van de een op de andere dag. ‘Ik heb zo onwijs veel geëxperimenteerd en ben daarbij ook heel vaak op mijn bek gegaan’, lacht hij. Maar door er honderd procent voor te gaan en te geloven in zijn missie, zette hij de proefkamer op de kaart als exclusief kleinschalig restaurant, organiseert hij sinds een aantal jaren de ‘Reestdal on tour’ op het wad, verzorgt hij een beleving op locatie of een foodwalk op elke denkbare plek in Nederland.

Daniël zorgt voor magie aan tafel

‘Daniël zorgt voor magie aan tafel’, zegt Antoinette. Ze is onwijs trots op haar kok en staat hem bij waar ze kan. ‘Eigenlijk is koken als het heelal. Het is oneindig. Net als de natuur’, filosofeert Daniël. ‘Net als zijn brein’, lacht Antoinette. ‘Dat staat ook nooit stil.’

Authentiek
Ze heeft veel bewondering voor haar man en geeft hem alle ruimte om zijn dromen te realiseren. ‘Dat is wat creatieve mensen nodig hebben. Soms drijft hij mij en ook zijn personeel tot wanhoop. De kunst is daarmee te leren omgaan. Vanuit vertrouwen. Weten dat het, ondanks de chaos goed komt. En dat komt het ook. Altijd. Daniël kan met gemak drie sterren koken, hij heeft zo ontzettend veel vakkennis. Maar die sterren heeft hij niet nodig. Of hij nu voor de vuilnisman kookt of voor de burgemeester. Voor hem gaat het plezier boven alles en het feit dat hij zijn kennis kan delen. Hij vertelt je alles wat hij weet over eten uit de natuur en over de geschiedenis. Dat maakt hem zo authentiek.’

Kracht van de natuur
‘Vergeet niet dat het ook nog eens heel gezond is, dat wat de natuur te bieden heeft’, vult de Dedemsvaartse topkok aan. ‘Ik geloof heilig in de kracht van de natuur. Geneeskracht, maar zeker de voedzaamheid ervan. Daar moeten we naar terug. Naar het eten dat voedt in plaats van vult. De antwoorden hierop vind je in de natuur. Dat is waar wij in geloven en waar we voor staan.’

‘Eeuwig zonde als de natuur niet wordt benut’

Sterallures zijn Daniël vreemd. ‘Ik kom gewoon van de Spekopswijk hoor. Ik ben na de mavo, ik was toen 15, het vak ingerold. Eerst bij De Zon in Ommen en later bij de Rheezerbelten. Ik ben gewend om van niets iets te maken, juist omdat we het vroeger thuis niet breed hadden. Misschien dat ik er daarom ook zo slecht tegen kan om dingen weg te gooien. In coronatijd heb ik bijvoorbeeld geholpen met asperges plukken. Als je dan ziet hoeveel er weg wordt gegooid. Al die buitenbeentjes. Ik heb ze eruit geplukt en uitgedeeld aan vrienden en bekenden. Misschien ben ik daarom natuurwildplukker geworden. Ik vind het eeuwig zonde als de natuur niet wordt benut.‘

Adresjes in de regio
Daniël weet feilloos wat hij aan voedsel in de omgeving bij elkaar kan sprokkelen. Bijna elke dag brengt hij wel een bezoek aan het Tijdpad in het Zuiderbos, gaat hij langs de Sponturfwijk bij vakgenoot Gerwin Brand, plukt hij bij Parcours, achter het kerkje bij Oud-Avereest of gewoon aan het Ommerkanaal. In Harlingen haalt hij z’n vis, de zwarte bessen in IJhorst en soms klopt hij bij de jager aan voor het wild. Zuivel haalt hij bij de melkveehouderij in Balkbrug en zo heeft hij overal zijn adresjes in de regio om zo authentiek mogelijk zijn maaltijden te kunnen bereiden. ‘Soms plaats ik een oproepje op Facebook, als ik bloemen nodig heb. Dat werkt heel goed.’

Mobiele keuken lijkt dé oplossing

Wie proefkamer Het Reestdal volgt op de socials, weet dat het concept op camping Het Reestdal niet meer bestaat. ‘Onze visie klopte, maar de plek niet meer. Met het oog op corona, zijn wij net in de juiste tijd gestopt. Ik hoefde geen huur meer te betalen. Dat was mijn geluk. Ik ben op zoek geweest naar iets in het Reestdal, ik wilde het liefst iets in het bos. We hadden een lijntje met Landschap Overijssel om bij Informatiecentrum De Wheem ons restaurant te beginnen. Maar dat heeft nog de nodige voeten in de aarde.’

‘Hoe lastig de coronatijd ook is geweest, het heeft mij met alles wat ik op locatie heb ondernomen, geen windeieren gelegd. Daardoor ben ik wel gaan nadenken. Ik wil mijn verhaal vertellen, met mensen het veld in trekken. Eigenlijk heb ik daar helemaal geen restaurant voor nodig. Koken op locatie, foodwalks, circulair koken, duurzaamheid en educatie, ik kan het allemaal in mijn aanbod verwerken, zonder dat ik vastzit aan een restaurant. Ik overweeg daarom een werkplaats te huren, een mobiele keuken aan te schaffen en overal waar er vraag naar is een beleving neer te zetten. Eventueel op een mooie bijzondere locatie een pop-up restaurant starten, ergens mijn eigen voedselbos aan te leggen. Ik kan nog alle kanten op.’

Nieuwe ideeën voor proefkamer Het Reestdal

Daniël ziet het helemaal zitten. Op een groot moodboard heeft Antoinette al zijn wensen in beeld gebracht. Hij spuit zijn ideeën en zij broedt en faciliteert. Antoinette lacht. ‘Ik houd nu eenmaal van moeilijke klussen. Ik bijt me erin vast. We weten nu nog niet hoe dit gaat aflopen, maar we gaan hoe dan ook weer iets moois neerzetten. Want als we onze schouders eronder zetten, dan gaan we er ook voor. Honderd procent.’

Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van proefkamer Het Reestdal. Volg dan de actieve Facebookpagina van de proefkamer of ga naar proefkamerhetreestdal.nl.

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Linda Regeling schildert ansichtkaarten van karakteristiek Dedemsvaart

Linda Regeling schildert kaarten van karakteristiek Dedemsvaart

‘Ik groei vanzelf ergens naar toe. Met de tijd’

‘Wie maakt het perfecte plaatje van Dedemsvaart’ luidde vorige maand de oproep aan de lezers van INDedemsvaart.nl. De 38-jarige Linda Regeling besloot op de valreep haar aquarellen van Dedemsvaartse bezienswaardigheden in te sturen. Ze wist hiermee de jury te verrassen en won de felbegeerde lunch bij Brasserie De Corner. ‘We hebben gesmuld’, glundert ze. En dat terwijl ze haar werk eigenlijk instuurde ter promotie van dorp. Niet persé om te winnen. Ze verkoopt haar aquarellen namelijk ook als ansichtkaarten van Dedemsvaart. Maar wie is Linda Regeling eigenlijk en waarom is haar talent zo lang verborgen gebleven?

‘Ik geloof niet dat ik zoveel te vertellen heb’, mailde de Dedemsvaartse heel bescheiden voorafgaand aan het interview. Het is meteen ook het antwoord op de vraag, waarom ze nog niet is ontdekt. Bescheidenheid siert de mens en bij Linda is dat zeker het geval.

‘Iets van mezelf in mijn werk in laten terugkomen’

Ze is geboren en getogen in Dedemsvaart en tekent en schildert eigenlijk al haar hele leven lang, zij het de ene levensfase wat intensiever dan de andere. Soms heeft ze even een zetje nodig om weer aan de slag te gaan. ‘Dan schilder ik weer een tijd en soms ook helemaal niet. Maar wel als hobby.’ En dat wil ze, met een uitzondering daargelaten, voorlopig ook graag zo houden. Ik wil die druk van een opdracht niet voelen, me juist helemaal terugtrekken in mijn eigen wereld. Mijn eigen zone. Alleen dan kan ik echt iets van mezelf in mijn werk laten terugkomen.’

Linda laat zich inspireren door dat wat ze ziet. Soms is dat simpelweg een ijsje of een veer en vaak zijn dat de boeketten plukbloemen, waarmee ze haar huis opfleurt. Heel af en toe laat ze zich verleiden om ter plekke haar pencelen te pakken en gewoon te beginnen. ‘Maar dan moet ik daar ook wel echt de rust voor voelen. Dat lukt bijvoorbeeld in het huisje van mijn ouders in Frankrijk, ver weg van alle beslommeringen. Maar meestal maak ik foto’s van mijn objecten zodat ik kan schilderen op de momenten dat ik de rust ook hier thuis vind.’

Het liep niet meteen storm, maar de eerste stap was gezet

Onder het mom van ‘niet geschoten is altijd mis’ besloot ze vier jaar geleden haar aquarellen op kaartjes te laten drukken en te verkopen in de IJhallen in Amsterdam, in een kraam, die ze met haar zussen deelde. Later probeerde ze het nogmaals tijdens een markt in Ommen. Het liep weliswaar niet meteen storm, maar de eerste stap was gezet. En het smaakte naar meer.

Toen in tijden van corona veel mensen elkaar niet konden bezoeken en kaartjes als zoete broodjes over de toonbank gingen, bood Linda haar kaartjes aan in Jouw Marktkraam. Het was die bewuste periode, dat ze begon met het fotograferen van opvallende objecten. Om ze vervolgens na te schilderen. ‘Niet allemaal uit de losse pols hoor. Soms maakte ik er een print van en tekende ik eerst de contouren. Pas daarna begon ik te schilderen. Daardoor kan ik veel nauwkeuriger werken, leg ik accenten en lijkt het levensecht. Mijn bloemenaquarellen verfijn ik eveneens. Door het kleurencontrast te vergroten met behulp van photoshop. Dat geeft een toegevoegde waarde, de combinatie van verschillende technieken.’

Karakteristieke bezienswaardigheden Dedemsvaart

Geboeid door zoveel authenticiteit in haar eigen geboortedorp, schilderde Linda tijdens de lockdown voornamelijk karakteristieke bezienswaardigheden in Dedemsvaart. Gebouwen en kunstwerken. Zoals bijvoorbeeld het voormalig gemeentehuis van Avereest, ’t Olde Postkantoor, de voormalige Markthal, waar haar zoontje van 10 op de originele tekening het logo van DA aan toe mocht voegen, het konijn en de diamant op de Kotermeerstal en het Kalkoventerrein. De Tuinen van Mien Ruys staan nog op haar lijstje. ‘Ik ben daar ooit als kind eens geweest en wil daar heel graag nog eens kijken, maar dan wil ik wel iets schilderen, waaraan de Tuinen herkenbaar zijn. Zodat ik het aan mijn Dedemsvaartse serie kan toevoegen.’

‘Ik geniet als anonieme toeschouwer’

Een deel van de serie voorzag ze van ‘Groeten uit Dedemsvaart’ en prijkt in het kaartenrek bij de entree van Jouw Marktkraam. Van de mensen die weten dat zij de kleine kunstwerkjes heeft gemaakt, krijgt ze lovende reacties. ‘Maar de meesten weten het niet hoor’, lacht ze. ‘Ik vind het vooral leuk om mensen blij te maken met iets, waar ik zelf ook heel veel plezier aan heb beleefd. En zij maken er ook weer iemand blij mee. Ik geniet dan als anonieme toeschouwer.’ Ze realiseert zich ook dat ze met haar verhaal uit haar eigen schaduw stapt. ‘Ik ontkom er nu niet meer aan hè?’, schaterlacht ze. ‘Dit was niet helemaal de bedoeling.’
Stiekem is ze best een beetje trots dat haar werk wordt opgemerkt. ‘Ik voel me vaak onzeker over mijn werk. Het duurt soms echt een tijd, voordat ik daadwerkelijk iets op papier krijg. Ik denk dan: zie je wel, ik kan het niet. Maar achteraf ben ik toch vaak wel heel tevreden. Wat een raar proces eigenlijk hè?’

Fijn om van betekenis te kunnen zijn

Nadat ze na de havo een jaar op eigen benen leerde te staan op Highschool in Amerika, wilde ze, eenmaal terug op Nederlandse bodem, naar de kunstacademie. De vrijheid die ze daar kreeg en de pieken, maar ook de dalen in de beoordeling van haar werk, bleken niet bij haar te passen. Na twee jaar maakte ze de overstap naar het mbo. De opleiding Kunst, Media en Design op het Deltion College was daarentegen op haar lijf geschreven. Dat leverde Linda haar huidige baan bij IDD in Zwolle op, een reclamebureau dat mensen en merken in beweging zet en van betekenis laat zijn vanuit identiteit. ‘Ik heb het daar ontzettend naar mijn zin, een heel warm bedrijf. We werken voor non-profitorganisaties, zoals bijvoorbeeld goede doelen. Net als met mijn schilderwerk, vind ik fijn om van betekenis te kunnen zijn. Ik zit daar echt op mijn plek.’

‘De paardenbloem fascineert me ’

Van haar werkgever kreeg ze het verzoek een aquarel van bloemen te schilderen voor een klant. ‘Die druk kon ik aan’, lacht ze. Desondanks wil ze voorlopig nog in de luwte blijven. ‘Natuurlijk ben ik me wel aan het oriënteren. Maar de tijd is nog niet rijp. Op Instagram deel ik mijn werk via @lin.da.ndalion. Je weet wel, van de paardenbloem. Die bloem fascineert me, evenals de symboliek erachter. ‘Ik verwonder me over de verschillende fases die deze bloem doormaakt. Hoe de bloem begint en eindigt, de blaasbloem, die elke keer veertjes moet loslaten, en het onsamenhangende dat toch één geheel vormt. Ik heb er een aquarel van gemaakt en op een visitekaartje laten drukken. Dat dan weer wel. Ik groei in mijn werk vanzelf ergens naar toe. Met de tijd.’

Wil je op de hoogte blijven van de creaties van Linda? Volg haar dan op Instagram via @lin.da.ndalion

Kijk ook op werken, wonen en doen INDedemsvaart.

Tosca Fotografie

Fotografe Tosca Dekker strijkt neer in Dedemsvaart

‘Iedereen is hier heel gemoedelijk. Heel anders dan waar ik vandaan kom.’

Soms ligt ze urenlang in het gras om de pyjamazweefvlieg in beeld te vangen. De mooiste foto die ze ooit maakte was van een vlinder die ze tijdens een bezoek aan de Orchideeën Hoeve vastlegde op camera. Nog niet heel veel mensen in Dedemsvaart kennen de 34-jarige fotografe Tosca Dekker, omdat ze nog maar net hier naartoe is verhuisd. Maar als het aan Tosca ligt, komt daar snel verandering in. Vanaf het moment dat ze neerstreek aan de Langewijk startte ze haar eigen Facebook community en daagt ze de inwoners uit mooie plaatjes van het dorp te delen in de groep ‘Fotografie Dedemsvaart’.

Dat betekent overigens niet dat ze zich alleen maar bezighoudt met natuurfotografie. Integendeel. Haar andere specialiteiten zijn portretfotografie en familie- en baby-fotoshoots. ‘Mijn dochter en zoon van 4 en 5 weten er alles van’, lacht ze. ‘Ik heb al heel wat fotomateriaal verzameld in de loop der jaren. Zij hebben niet altijd zin meer om model te staan. Kinderen kun je ook het beste zoveel mogelijk spelenderwijs proberen vast te leggen. Vangen in het moment. Spontaan. Terwijl ze in de tuin onder de sproeier doorrennen bijvoorbeeld. Dat levert de mooiste plaatjes op.’

Flexibel
Het is nog maar sinds kort, dat ze besloot zich volledig te gaan richten op fotografie. ‘We komen uit Zeewolde. Mijn mans familie woont hier en hij is hier geboren. In Zeewolde werkte ik bij de Praxis en deed ik fotografie ernaast. De kinderen gingen dan naar de opvang. Toen we besloten te gaan verhuizen, is ook het plan ontstaan om volledig voor mezelf te beginnen. Om meer thuis te kunnen zijn en toch ook flexibel met mijn tijd om te kunnen gaan. Ik kan dan zoveel mogelijk onder schooltijd en in de avonduren aan het werk.’

Al van jongs af aan legt Tosca veel momenten vast op de gevoelige plaat. ‘Eigenlijk komt dat door mijn vader. Ik herinner me dat hij altijd in de klas kwam filmen met zijn videocamera. Ik was toen zelf nog maar 4 of 5 jaar. Later schafte hij een spiegelreflexcamera aan. Ik vond dat altijd heel interessant. Zelf liep ik ook al op jonge leeftijd rond met een compact camera. Die moest om de twee jaar worden vervangen, dus dat zegt genoeg’, lacht ze.

Levenslessen
Toch koos ze na het voortgezet onderwijs niet meteen voor fotografie. ‘Ik wilde met kinderen werken, maar ik kwam ook tot de ontdekking dat die eeuwige routine, dag in dag uit, uiteindelijk niets voor mij was. Vervolgens maakte ik de overstap naar de opleiding hospitality en mocht ik een half jaar op stage bij een recreatiepark in het Amerikaanse Orlando. Die kans heb ik met beide handen gegrepen. Ik kijk er heel positief op terug, maar toen ik er middenin zat, had ik heimwee. Ik ben blijkbaar toch niet zo avontuurlijk aangelegd. Dat weet ik nu.’

Alle levenslessen, die ze aan de andere kant van de oceaan leerde, nam ze mee terug naar huis en ze besefte meer dan ooit dat haar plek thuis was, de plek waar ze was opgegroeid. Zelfstandig als ze inmiddels was, besloot ze na haar opleiding aan de slag te gaan bij de Formido. Daar kwam ze terecht in een gouden team, waar ze jarenlang met veel plezier werkte, ook nadat het Praxis werd. Tot het moment van de verhuizing. Waarmee ze uiteindelijk toch veel minder moeite bleek te hebben dan ze aanvankelijk dacht.

‘Natuurlijk heb ik er wel even over moeten nadenken. Maar ik bedacht me ook, dat als we wat wilden, we het nu moesten doen. De kinderen zijn nog jong en hebben nog geen grote vriendenkring die ze achterlaten. Bovendien woont hier de familie van mijn man.’

Zwartwitfotografie
Tosca zag de verhuizing bovendien als dé kans om zich helemaal te gaan richten op fotografie. ‘In Zeewolde had ik al de nodige naamsbekendheid opgebouwd. Voornamelijk dankzij mond-op-mond-reclame en omdat ik een keer een fotoshoot heb weggegeven. Zo rolde ik eigenlijk van de ene opdracht in de andere. Dat moet ik hier allemaal nog gaan waarmaken. Ik ben van plan om mooie werken te gaan delen op social media en mijn flyers en visitekaartjes liggen klaar voor verspreiding. In de Facebook community deel ik mijn passie met andere liefhebbers van fotografie. Ik heb echt al een paar hele gave foto’s toegestuurd gekregen. Iedereen heeft daarin weer z’n eigen specialiteit en eigen smaak. Dat maakt het ook zo boeiend.’

‘Zelf ben ik groot liefhebber van zwartwitfotografie. Het contrast dat ontstaat, de compositie die ik soms in kleur niet kan vinden en dan opeens, als ik het naar zwartwit verander, is het er opeens. Ik verwonder me er soms echt over. Verder houd ik het meest van pure fotografie. Zonder al te veel bewerkingen. Oneffenheden mogen er zijn. Dat maakt ons puur, gewoon wie we zijn.’
Tosca kijkt er naar uit om in Dedemsvaart als fotografe aan de slag te gaan, ook al heeft ze nu nog geen idee hoe groot het aanbod in het dorp al is. Desondanks heeft ze vertrouwen dat het goed komt.

Tuinen van Mien Ruys
Ze is zichtbaar blij met haar nieuwe woonomgeving aan de Langewijk in Dedemsvaart. ‘Een heerlijke plek met veel oude, vooral karakteristieke huizen. Daar hou ik van. Ook in dat straatje, de Van Haeringenstraat toch?’, vraagt ze, terwijl ze wijst. ‘Ik ben er wel eens doorheen gelopen tijdens Koningsdag, als we op bezoek waren. Wat een leuke huizen staan daar. De Dedemsvaria-feestweek ken ik ook. Gezellig! En ik kan niet wachten om in de Tuinen van Mien Ruys te gaan fotograferen. Zo’n parel en zo dichtbij!’

‘Iedereen groet ons’

‘Voor mijn man is het helemaal thuiskomen. Even op de fiets naar zijn zus. Dat kan nu gewoon. Als ik op maandagavond met mijn schoonzus ga wandelen, groet iedereen ons. Iedereen is hier heel gemoedelijk. Heel anders, dan waar ik vandaan kom.’ Als je hier een biertje omver stoot, krijg je gewoon een nieuwe. Je hoeft het niet eens te betalen. Dat is in het westen wel anders. Daar is het lontje iets korter. Ja, ik kan hier wel wennen.’

Nieuwsgierig geworden naar het werk van Tosca? Neem dan eens een kijkje op haar website www.toscafotografie.com. 

 

 

 

Meine Fernhout voorzitter van De Gashouder in Dedemsvaart

Nieuwe uitdaging in theaterwereld voor Meine Fernhout

‘Jong en oud zet zich in voor De Gashouder. Mooi om te zien!’ 

Meine Fernhout is bekend van zijn bestuurswerk in lokale en regionale organisaties. Sinds mei 2021 hanteert hij de voorzittershamer bij stichting De Gashouder, volgens hem ‘een mooie instelling met veel vrijwilligers, die zich op diverse terreinen inzetten.’ Hij heeft zin in de uitdaging om van De Gashouder een plek te maken, waar steeds méér bezoekers een onvergetelijk avondje-buiten-de-deur beleven.

‘De muziek- en theatervoorstellingen in De Gashouder springen uiteraard het meest in het oog. Maar vergeet vooral niet wat er allemaal achter de schermen moet gebeuren om goed en verantwoord te kunnen draaien. Denk bijvoorbeeld aan catering, veiligheid, techniek, PR, financiering, bemensing tijdens de voorstellingen en ga zo maar door. Voordat er in De Gashouder ook maar iéts op het podium staat, hebben heel wat mensen enthousiast de handen uit de mouwen gestoken om dat soepel voor elkaar te krijgen. Dat is trouwens ook essentieel: voor elkaar. Evenals het feit dat zowel jong als oud zich inzet voor De Gashouder. Vind ik mooi om te zien!’

Voorzichtig de draad weer oppakken

‘We zijn vooral ook blij,’ gaat Fernhout verder, ‘dat we na anderhalf jaar van Covid-gedoe na de zomer voorzichtig weer de draad mogen oppakken. Sterker, de theaterwerkgroep van De Gashouder kan net vóór de zomervakantie zelfs nog een paar leuke voorstellingen op de planken brengen. We mogen nu vijftig bezoekers tegelijk ontvangen en houden daarbij verantwoord rekening met de voorgeschreven maatregelen.’

‘De Gashouder heeft elk theaterseizoen een kleurrijk en divers aanbod en ontwikkelde zich in tien jaar tijd tot de plek die het nu in de lokale gemeenschap inneemt. Maar we zijn er nog lang niet. We moeten beslist nog een paar stappen zetten in de komende jaren: één van de aandachtspunten ligt in de vraag hoe we meer jongeren naar binnen kunnen halen. Wellicht door gerichter voorstellingen te presenteren, of anders door hen ervaring op te laten doen met zelf optreden voor publiek. Verder kunnen we ook andere doelgroepen uit onze samenleving nadrukkelijker betrekken bij ons aanbod. Ik denk daarbij aan ouderen of inwoners van wie de wieg niet in Nederland, laat staan in Dedemsvaart, stond. Bovendien zijn we op het gebied van toegankelijkheid voor mensen met een beperking nog niet waar we graag willen zijn.’

Schouder aan schouder staan we sterker

Fernhout: ‘In mijn optiek is het belangrijk om samenwerking te zoeken met andere voorzieningen in de samenleving op het terrein van cultuur, educatie en welzijn. Alleen al het gesprek aangaan met andere culturele voorzieningen in de gemeente Hardenberg opent volgens mij al de nodige deuren: schouder aan schouder met bijvoorbeeld de Voorveghter, de Reestkerk en de openluchttheaters in Gramsbergen en Balkbrug staan we beslist sterker. Uiteraard is het ook van belang om mee te denken in het te ontwikkelen cultuurbeleid van de gemeente Hardenberg. Zo kun je een toekomstverkenning van theater de Voorveghter in Hardenberg wat ons betreft niet los zien van de positionering van de Gashouder. We denken daar uiteraard graag in mee.’

Elders in Nederland vind je zoiets niet

‘De accommodatie van de Gashouder vraagt de komende tijd extra aandacht,’ vervolgt Fernhout. ‘Hoewel we strikt genomen maar een kleine faciliteit zijn, moeten we natuurlijk wél voldoen aan alle eisen op het gebied van veiligheid, klimaatbeheersing, toegankelijkheid, zichtbaarheid en dergelijke. Ook in dat opzicht vind ik het geweldig om te constateren, dat tal van vrijwilligers daar druk mee bezig zijn. Ik voel mij vereerd dat ik de komende tijd een soort aanjager mag zijn van een grote groep mensen, die zich met hart en ziel inzetten voor het unieke podium dat De Gashouder is: want hoe je ’t ook bekijkt, elders in Nederland vind je zoiets niet!’

‘Naast alle plannen voor de toekomst wil ik vooral benadrukken, dat ik met veel plezier de gelederen van de Gashouder hoop te versterken. En nogmaals: dat ik zeer onder de indruk ben van de betrokkenheid, de inzet en de deskundigheid van onze vrijwilligers. Tenslotte wil ik graag nog een oproep doen: als je interesse hebt in het werk van de Gashouder, aarzel dan niet en laat iets van je horen. Het is leuk om samen mooie dingen voor elkaar te krijgen en gaandeweg van elkaar te leren. En het is vooral ook geweldig om letterlijk achter de schermen te kijken van dit hartstikke mooie theater!’